Afgelopen zaterdag ging ik met mijn zoontje op de fiets op pad naar de Scouting. Hij zou daar een keertje gaan meedraaien. Veel vriendjes van hem zitten daar en ik vond het een fijn idee dat hij ook eens iets ging doen. Want sport doet hij niet, dat wil hij nog niet. Hij is wel eerder mee geweest met zijn vriendje voor een proefles boksen. Hij heeft enthousiast meegekeken langs de kant en vertelde mij thuis dat hij zeker nog niet op sportles gaat.
‘Hm ok lieverd, dat geeft niet. Als het nog niet goed voelt moet je het niet doen.’
Terug naar afgelopen zaterdag. Van te voren hadden we het erover gehad. Hij wilde graag naar de Scouting om mee te doen. Hij was enthousiast en wilde graag gaan. Ik vertelde hem dat ik even mee naar binnen zou gaan en niet eerder weg zou gaan dan hij mij toestemming gaf.
Omdat ik weet hoe spannend nieuwe dingen voor hem zijn doe ik dat uiteraard met heel veel liefde. Al van jongs af aan neem ik de tijd en ruimte voor hem. Kiezen we ons eigen pad en tempo.
We kwamen de straat in gefietst. Voor het gebouw stonden de begeleiders de groep op te wachten. Corona maatregelen: ouders mochten niet mee naar binnen. Hij trapt keihard op zijn rem en zegt: zo ga ik niet! Ik praat met hem, stel hem gerust en benoem zijn gevoel. Vertel hem dat ik het begrijp dat het lastig is dat het nu anders gaat maar dat ik hem erop vertrouw dat het hem lukt. Ik haal een vriendje van hem erbij en vraag hem te vertellen hoe leuk het is. Ik zeg dat hij het gewoon moet doen. Hij houdt voet bij stuk en vertelt me voor de tiende keer dat hij het niet gaat doen. Ok.. op een licht geagiteerde toon zeg ik: dan gaan we nu. We fietsen een tijdje stil. Dan vertel ik hem nogmaals dat ik denk dat hij het heel leuk zou vinden. Dat het zo jammer is dat hij zichzelf dit niet gunt. Dat hij niet naar de angsten in zijn hoofd moet luisteren.
Thuis voel ik me rot. Eigenlijk heel rot. Want: diep van binnen baalde ik. Ik ben zijn grenzen over gegaan. Ik ben mijn eigen grenzen over gegaan. En waarom?
Terug naar mijn reactie:
‘Hm ok lieverd, dat geeft niet. Als het nog niet goed voelt moet je het niet doen.’
Ik spreek de woorden uit terwijl ik van binnen denk: je bent nu al 7 jaar… het wordt toch tijd dat je ook gaat sporten? Dat je mee gaat doen in een teamproces? Dat je je fysieke krachten leert kennen? Dat je je lijf gezond kan houden door te sporten? En als je het nu niet doet? Dan ben je straks toch te oud om nog ergens in te stromen? Val je dan niet buiten de groep?
Ik loop naar hem toe en spreek de volgende woorden uit.
‘Sorry lieverd dat ik jou net ging overhalen. Dat was niet zo handig van mama. Mama wilde te graag dat je het ging doen maar jij vertelde dat het nog een stapje te spannend was. Dat is knap van je en dat is helemaal ok. Je moet nooit dingen doen die niet goed voelen. En er komt vanzelf een moment dat je besluit iets spannends wel te doen. Ik vind jou hou dan ook dapper en ik houd ontzettend veel van je.’
Herken jij je kindje in dit verhaal? Durft jouw kindje niet los wanneer jullie op visite zijn? Durft het niet met andere kindjes te spelen uit zijn of haar klas? Is je kindje verlegen en durft het daarom niet mee naar het kinderfeestje waarvoor hij uitgenodigd is? Moet je je kind elke keer weer overhalen toch de sportles te gaan doen?
Geef je kindje de ruimte om op eigen tempo een eigen proces te volgen.
En herken je jezelf in dit verhaal?
Het is nooit te laat voor een goede repair in de opvoeding. Laat je kind weten dat je hem nu ziet. En snoer jezelf de volgende keer de mond, ga zitten op je eigen ongemak. Eer de grenzen van je kind.